Er hangt één metershoog affiche, van Andy Tielman live, aan de muur van het kantoor van Henk Looijestijn, bedrijfsleider bij de Haagse Tramweg Maatschappij. Andy Tielman, ooit sologitarist/zanger en leider van de roemruchte The Tielman Brothers, gaat door voor de ongekroonde koning van de Indorock; de interpretatie die de vers uit Indonesië over gekomen Indische jongens in Den Haag gaven aan de rock-n-roll, eind jaren 50. Een unieke sound, die tot aan de opkomst van The Beatles in heel veel Nederlandse zalen te horen was. Ze begonnen in Den Haag en met wat geluk gingen ze daarna het grote geld verdienen en uitgeven in Duitsland. Ook Henk Looijestijn speelde, van 1961 tot 1964, in een Indorock-bandje, The Flying Rockets. Nu werkt hij al weer heel lang boven de remise bij Lijn 3.
Ja, en dan komt er een moment in je leven dat je die gitaar op zolder ineens weer zíet: Ik ben toen benieuwd geworden naar wat er geworden is van de bandleden van toen. Internet is dan een mooi medium om contact te krijgen. Ik heb dus vijf jaar geleden een website gemaakt met een foto van de band van toen en een oproep gedaan. De andere bandleden waren allemaal buiten beeld geraakt. Vervolgens reageren mensen van andere bands met ideeën en suggesties. Één bandlid, Johnny Jordaan, heb ik pas na drieënhalf jaar te pakken gekregen. Ja, dat was een Indische jongen. Heeft altijd in de buurt gewoond, in Delft, en door allerlei reorganisaties was hij in Brabant terecht gekomen.
De website groeide uit tot een monument voor de Indorock. Met de geschiedenissen van voor buitenstaanders al snel obscure namen als de Hot Jumpers, Willy and the Real Rhythm Rockers, Pee White and the Magic Strangers, Boy and his Rollin Kids, maar ook bekenden als Jack Jersey, Anneke Grönloh, de Blue Diamonds en de grote vier op Indorock gebied: The Tielman Brothers, de Javalins, de Black Dynamites en The Crazy Rockers. Henk: Vervolgens krijg je verzoeken van mensen die op zoek zijn naar bandleden en naar oude muziek. Mensen willen elkaar gaan ontmoeten. Er komen verzoeken of bepaalde bands nog geboekt kunnen worden. Zo krijg je een agenda van nog te boeken bands. Mensen die vroeger genoten hebben van die muziek, vragen of er nog weleens Indorock avonden zijn. Dan komt er een concertagenda.
Op het betrouwbare fundament van de nostalgie helpt de site van Henk Looijestijn zo een Hollandse gemeenschap die zich tot in Australië en Californië verspreidde, zich te hervinden: Ik kreeg een mailtje van iemand, die had een heel slechte jeugd gehad, opgegroeid in een pleeggezin. Het enige waardoor hij nog steeds geluk vindt, zijn de opnamen van The Tielman Brothers uit zijn jeugd. Hij vroeg mij over ontbrekende cds. Zon iemand is dan dolgelukkig als ik hem een adresje kan geven waar ze nog te koop zijn. Ook best trieste dingen. Ik had contact met een man in Delft, via e-mail. Op een gegeven moment kreeg ik een mailtje: Nou Henk, wat ik nu heb gevonden qua singles! Kun jij voor me checken uit welk jaar ze zijn? Ik schrijf hem netjes terug. Waar je dan niet bij stil staat is dat er even geen signaal komt. Meestal reageerde hij snel. Na drie weken kreeg ik een mailtje van de zoon. Zijn vader was dood. Dan denk je wat is het toch relatief. Een man van 42 jaar, overleden aan een hartstilstand.');
Konden ze wel met elkaar omgaan, de Hollandse en de Indische jongens? In de muziekwereld was dat geen punt. Er waren veel gemengde bands. Alleen de Hollandse jongens die meisjes verloren hadden aan de Indische jongens, dat leidde weleens tot vechtpartijen tussen jeugdbenden. De Indorock-aanhang was met name geconcentreerd in de buurt van de Goudenregenstraat in Den Haag. Ja, ik krijg weleens als commentaar; wat doen René and his Alligators en Willy and his Giants op een site over Indorock, want dat waren blanke bands. Maar Willy and his Giants speelden ook Ajoen Ajoen en allerlei Maleisische liedjes instrumentaal. En aardig wat Indo jongens hebben weer het gitaar spelen geleerd van René Nodelijk van de Alligators achter de winkel van Bas v.d.Rest aan het Westeinde. De Indische jongens vielen op door hun show en door de unieke interpretatie van het materiaal. Het was altijd weer net iets anders. De Nederlandse jongens speelden over het algemeen vrij clean zeg maar The Shadows na. De Indische jongens gingen altijd improviseren. Ze zaten bovendien erg soepel in het lichaam, waardoor ze er echt een show van konden maken.
Er waren echte showgimmicks. Andy Tielman die o.a. met de gitaar op zijn rug speelde en de snaren bespeelde met zijn tanden. De Black Dynamites die nog steeds hun optreden beginnen met vier man op één gitaar te spelen. Maar echt heel wilde toestanden qua seks, drugs en rock-n-roll moeten we ons er niet bij voorstellen. Drugs werden toen sowieso niet of nauwelijks gebruikt, er werd alleen wat gedronken. En er waren natuurlijk de meisjes. De meeste optredens vonden plaats in keurige zaaltjes waar je ook kon dansen. Een lichtinstallatie, een P.A., dat was er allemaal nog niet: Je had een gitaar nodig, de top was Fender, een eenvoudige versterker, soms van een radio gebouwd. En als je ook een eigen echo-apparaat had, dan was je heel wat. Of desnoods een nagalm-apparaat als een echo nog boven het budget lag. En verder werkte je met de vibrato, de jengel, die op de gitaar zat.
Wat wil Henk met zijn site in de toekomst? Zo simpel mogelijk houden en dan steeds verder uitbreiden. Geen frutsels.
(Uit VARA TV Magazine - 29 september 2001)